Benodigdheden:
Karton: A. 21.5 x 10.5 cm
(voorkant)
B.
22.5 x 10.5 cm (midden)
C.
14.5 x 10.5 cm (achterkant)
Oplegpapier:
14 x 10 cm (Voorkant A)
6.5 x 10 cm (flapje voorkant )
10 x 10.7 cm 2x
(middendeel B)
snijmallen: Cirkel
snijmal Ø 6 cm
en mallen
voor het opwerken van de kaart.
Stansapparaat.
Werkwijze:
1: Ril
het karton van 21.5x10.5 cm op 7 cm, let op, dit is dus niet in het midden.
Dit
is de voorkant van de kaart. A
2: Ril
en vouw het karton van 22.5 x 10.5 cm dubbel.
Dit is het binnendeel van
de kaart. B
3: Plak het
oplegpapier op de kaarten, en laat het even drogen.
4: Leg
de cirkelmal op karton A, minimaal
1 cm
vanaf de kant.
Plak het vast met een stukje tape en snijd het
uit .
5: Leg het dubbelgevouwen
karton (B) achter de opening van de kaart.
Zet het vast met tape. Teken de cirkel over op het
achterliggende karton.
Leg nu de cirkelmal precies op de getekende cirkel
en snijd het uit.
6: Plak
karton B achter karton A. De cirkels moeten precies onder elkaar zitten.
7: Pak karton C en plak het vast aan karton
B.
Let
OP! Alleen aan het laatste stukje/
uiteinde van de kaart
Als alles
goed vastzit kun je de kaart openvouwen, en dan schuift het korte deel van
kaart A erachter.
8: Snijd met
behulp van de cirkelmal een plaatje uit, en plak het op karton C in de cirkel.
9: Plak op
het smalle deel van kaart A de 2e cirkel.
10: Werk de
kaart verder op met stansjes en tekstjes.
|
Annelies van der Meulen |