Nodig:
knipvellen o. a . Marij Rahder (wiebel knipvellen) W2265 t/m
W2278)
vierkante kaarten ,A4
karton en 160 grams karton
non-permanente
lijm, snijmat en –mesje
liniaal, 3D schaartje, vouwbeen
foamtape en fotolijm
wire-wiredraad 26 gauge / 0,45 mm.
draadsnijtangetje
Werkwijze:
- Plak de delen die je wilt laten “wiebelen” eerst met
fotolijm op wit karton (± 160
grams) en knip ze uit.
Maak een veertje van
wire-wire draad (dikte 26 gauge). Rol hiervoor de draad ± 4 slagen zo strak
mogelijk om een stukje rondhout en knip het af met een draadsnijtangetje. Hoe
dikker het stokje, hoe dikker het veertje wordt; Ø 5 mm, is de meest
gebruikte maat.
Wil je een groot oppervlak laten wiebelen, neem dan een
dikker stokje.
- Leg het verstevigde uitgeknipte
“wiebelgedeelte” op kop voor je neer. Bevestig het veertje m.b.v een stukje
“onzichtbaar” plakband en druk het plakband goed aan met het vouwbeen.
Plak het veertje vervolgens vast op de afbeelding op de
kaart en druk het weer goed vast met het vouwbeen.
Hoe meer je het zwaartepunt
naar beneden brengt, hoe beter de afbeelding zal wiebelen.
Trek het wiebelgedeelte nu iets los van de kaart, zodat het
lekker heen en weer beweegt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten