Nodig:
A4 karton, A4 130 grams papier.
Stansapparaat en embossingfolder.
Plaatjes , teksten van een knipvel.
Snijmes, snijmat, liniaal en fotolijm
Dubbelzijdig tape en foamtape
Schaar en evt. stempelinkt en sponsje.
Werkwijze:
Snijd uit het A4 karton een kaart van 15 x 21 cm.
Vouw het dubbel. Dit is de basiskaart.
Snijd een strook van 14½ x 8 cm, en snijd 2 strookjes van : 4½ x 8 cm en 1 strookje van 5½ x 8 cm. Foto 1.
Snijd het 130 grams papier in 4 gelijke stukken (14,8 x 10,5 cm) en embos alle delen met de embossingfolder.
Snijd 3 delen in de maat: 14½ x 10 cm, en snijd van het laatste deel 3 stroken : 4x7½ cm (2x) en 5x 7½ cm (1x) Foto 2.
Spons eventueel de randen met stempelinkt.
Plak 1 deel van 14½ x 10 cm op de voorkant, en plak de andere 2 delen in de binnenkant van de basiskaart. Foto 3.
Vouw de lange strook van 14½ x 8 cm op: 2-4-6 cm.
Plak dubbelzijdig tape op de 2 uiteindes. Foto 4
Plak 1 strook tegen de vouwlijn van de kaart. Foto 5
Plak de andere strook tegen de andere kant van de vouwlijn.Foto 6.
In het midden van de kaart zit nu een tunneltje. Foto 7
Plak de stukjes oplegpapier op de kleine kaartjes, en plak de kaartjes tegen de rand van de tunnel aan. Bovenaan en onderaan : 4½ x 8cm.
Plak in het midden – aan de andere kant van de tunnel- het kaartje van 5½ x 8 cm. Foto 8.
Plak op de voorkant van de kaart een plaatje en een tekst. Foto 9.
Werk de binnenkant van de kaart af, met plaatjes, tekstjes, enz. Foto 10.
MIEKE DUCKERS |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten